Teksten - Andere: BREINBREKERS DEEL 2
Er komen marsmannetjes op aarde en die kennen alles wat mensen ook kennen. Maar ze kennen 1 ding niet, maar door dat ene ding kennen ze meerdere dingen niet.Wat kennen ze niet?
B.v. Water kennen ze niet,maar aqua wel
Trapper kennen ze niet, maar fiets wel
boom kennen ze wel, maar bladeren niet
Opa kennen ze wel, maar vader niet.
cassette kennen ze wel, maar radio niet.
Hand kennen ze wel, vinger niet.
Neus kennen ze wel, oor niet.
Ze kennen de letter 'R' niet.
Je hebt één 5 liter fles en één 3 liter fles (zonder maataanduiding). Hoe meet je precies 4 liter af??
Vul de 5 liter fles, giet die over in de 3 liter fles en maak de 3 liter fles leeg. Giet de overgebleven 2 liter in de 3 liter fles. Vul de 5 liter fles opnieuw. Giet de 3 liter fles vol vanuit de 5 liter fles. Er blijft nu nog 4 liter over in de 5 liter fles.
Je gaat met 6 nieuw banden opweg ergens naar toe. Na 3600 KM zijn alle 6 de banden versleten. Je mag 2 keer stoppen om de banden te verwisselen.
Hoe heb je dit opgelost?
Eerst 1200 km met 4 nieuwe banden rijden. 1ste stop: Verwissel 2 banden. Rij 1200 km. 2de stop: Verwissel de 2 totaal versleten banden door de half versleten banden(zie tekening). Rij 1200 km. Einde: Alle 6 banden zijn versleten.
= : Totaal versleten
- : half versleten
+ : Nieuwe band.
+ + - - = - = =
+ + ---> 1200 KM - - ----> 1200 KM = - ------> 1200 KM = = (Einde)
Reserve Na verwissel: Na verwissel: Reserve:
+ + - + - - = =
- + - -
Reserve: Reserve:
- - = =
In kabouter-land zijn er kabouters met blauwe- en rode mutsjes. Op een dag staan ze allemaal voor het paleis van de koning. De koning ziet de wir-war aan mutsjes en draagt de kabouters op om voortaan mooi gesorteerd op kleur te gaan staan: alle rode bij de rode mutsjes en alle blauwe bij de blauwe mutsjes.
Nu zijn er echter een aantal problemen:
1. De kabouters weten van zichzelf niet wat voor kleur mutsje ze hebben.
2. De kabouters kunnen niet met elkaar communiceren.
3. De kabouters kunnen niet van muts wisselen
De volgende dag staan alle kabouters mooi bij elkaar en de koning is zeer tevreden.
De vraag is nu: Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen?
Een kabouter splitst zich af (rij van 1). Dan volgt een tweede en die gaat ernaast staan aan de buitenkant van de rij (maakt niet uit waar) (rij van 2). Zodra het geval zich voordoet dat kabouters met verschillende kleuren mutsen naast elkaar staan, voegen de nieuwe kabouters zich in op de kleurgrens.
Peter: 'Zeg Els, we kennen elkaar nu al meer dan een jaar. Wordt het niet stilletjes aan tijd dat je me verteld hoe oud je bent?' Els: 'Peter, alleen een lomperik vraagt zoiets aan een jongedame! Maar om je grote nieuwsgierigheid te bevredigen, zal ik je een tip geven: Ik ben afkomstig uit een zeer grote familie. Vijf jaar geleden was ik vijf keer zo oud als mijn jongste zuster, Veronica. Nu ben ik slechts drie keer zo oud als zijn. Dit is alle informatie die je van mij kunt krijgen. Als ik naar je wiskundecijfers kijk, dan weet ik zeker dat mijn geheim goed bewaard zal blijven.' Ben jij beter in wiskunde dan Peter en kun jij hem zeggen hoe oud Els is?
Els is 30 en Veronica 10.
Drie zakenmannen stappen een hotel binnen om een kamer te huren. De manager van het hotel vertelt hen dat er nog slechts één kamer vrij is, maar ze kunnen het alle drie gezamenlijk gebruiken voor slechts 30 euro per nacht. De drie zakenmannen geven hem elk 10 euro en gaan naar hun kamer. Later besluit de manager echter dat hij de zakenmannen te veel heeft laten betalen, dus hij roept de bediende, geeft hem 5 losse euros, en zegt: 'Geef deze vijf euro aan de zakenmannen en vertel ze dat ik hen teveel heb laten betalen voor de kamer'. Op weg naar boven bedenkt de bediende dat hij de vijf losse euros nooit eerlijk kan verdelen onder de zakenmannen, dus stopt hij twee euros in zijn zak en geeft elke zakenman een euro terug. Dit betekent dat elke zakenman dus 9 euro heeft betaald voor de kamer. Tevens hield de bediende twee euro. Drie keer negen is 27 plus die twee euro is 29...... geen 30 !?...... Wat is er met die laatste euro gebeurd?
Er klopt niets van de voorgestelde berekening. De drie zakenmannen betaalden namelijk 27 euro, waarvan de manager er 25 heeft gehouden en de bediende 2. Conclusie: Er is geen euro tekort.
Er is een kanaal met een brug erover. Een zwemmer springt van de brug af en zwemt 1 kilometer stroomopwaarts. Na die eerste kilometer komt hij een kurk tegen. Vervolgens zwemt hij nog een half uur verder en draait zich dan om, en zwemt terug. De zwemmer en de kurk komen tegelijk aan bij de brug, en de zwemmer heeft met constante snelheid gezwommen. Hoe snel stroomt het water in het kanaal?
Als je flink hebt zitten rekenen, dan heb je waarschijnlijk wat te moeilijk zitten denken... Het ligt voor de hand dat de kurk even snel gaat als het water in het kanaal. Dus wanneer de zwemmer een half uur lang van de kurk weg zwemt (stroom opwaarts), dan heeft hij dus ook weer een half uur nodig om terug te komen bij de kurk (de kurk ligt immers stil t.o.v. het water, en de zwemmer zwemt met constante snelheid t.o.v. het water). Dus in dat ene uur tijd is de kurk van 1 kilometer stroom opwaarts naar de brug gedreven. Conclusie: Het water in het kanaal stroomt met een snelheid van 1 km/uur.
Je zit in een kamer met 3 schakelaars. Eén schakelaar doet een licht branden in andere kamer ver weg van die waar jij zit. Je mag 1 maal gaan kijken naar die andere kamer. Dan moet je raden welke schakelaar het licht doet branden.
Je klikt eerst schakelaar 1 aan en wacht 10 minuten. Dan doe je schakelaar 1 uit en 2 aan. Je spurt naar de andere kamer. Als het licht brandt dan is het schakelaar 2. Brandt er geen licht, voel dan aan de lamp: is de lamp warm dan is het schakelaar 1 en anders is het schakelaar 3.
