Teksten - Dag uit het leven: EEN DAG UIT HET LEVEN VAN FONS DE FIETSER
Elke ochtend om 7:03 precies, springt Fons op zijn racefiets alsof hij aan de Ronde van Vlaanderen begint. Niet dat hij ooit meedeed, maar zijn hart zegt van wel. Met zijn fluo-gele helm, zonnebril die groter is dan zijn gezicht en zijn knalroze bidon — een Moederdagcadeautje van drie jaar geleden — sjeest hij langs de velden, met het kanaal als zijn trouwe metgezel.
"Moar goeie morge hé!" roept hij naar elke andere fietser. Sommigen antwoorden, anderen kijken alsof ze net een UFO hebben gezien. Eén vrouw denkt zelfs dat hij een bekende Vlaming is, want hij heeft dezelfde kuiten als haar neef uit Waregem die ooit tweede werd in een kermiskoers.
Maar dan: Pssjjjjjt. Platte band. Midden in het idyllisch niets. Terwijl Fons zijn achterwiel eruit probeert te wurmen, passeert er een groep wielertoeristen. "Goe bezig zenne!", roept er één met een grijns. Fons glimlacht zuur, met zwarte handen vol olie en zelftwijfel.
Na de herstelling (waarbij hij zijn pomp drie keer liet vallen in het gras), komt hij aan de overweg. Net te laat. Ding ding ding. Slagbomen naar beneden, trein komt aan. Hij zucht. Twee minuten later… nóg een trein. En een derde. Fons begint te vermoeden dat de NMBS een weddenschap tegen hem heeft lopen.
Eindelijk weer op weg! Hij neemt een slok uit zijn bidon… maar die glipt uit zijn handen, kaatst op het fietspad en vliegt linea recta in het kanaal. Plons. Een eend kijkt hem beschuldigend aan.
In de stad wordt het niet beter. Rood licht. Weer rood licht. Nóg een rood licht. Fons begint te denken dat verkeerslichten een hekel aan hem hebben. Hij overweegt om een petitie te starten.
En dan, nét als hij het opgeeft om nog ooit een vlotte rit te hebben, zwaait een auto zonder pinker zijn pad op. Fons moet uitwijken en belandt met een halve sprong op het fietspad alsof hij een stuntman is. De chauffeur steekt een hand op — of het nu verontschuldiging of groet was, weet niemand.
Maar Fons? Die rijdt gewoon door. Met olie op zijn benen, zonder bidon, lichtjes gehavend ego, maar met een glimlach. Want elke dag op de fiets is er eentje om te onthouden — al is het soms om te kunnen vloeken, en vooral om later hard te kunnen lachen.